Een veduta (Italiaans: overzicht, meervoud vedute) is een zeer gedetailleerd schilderij, gewoonlijk op groot formaat, van een stadsgezicht of ander vergezicht.

Dit genre in de landschapschilderkunst ontstond in Vlaanderen, waar kunstenaars als Paul Bril reeds in de 16e eeuw vedute schilderden.
In de 17e eeuw specialiseerden Nederlandse schilders zich in gedetailleerde en herkenbare stadsgezichten en landschappen die beantwoordden aan het gevoel van lokale trots bij de rijke Nederlandse middenklasse. Een archetypisch voorbeeld is Johannes Vermeer's Gezicht op Delft. Jan van der Heyden en Jan Ekels de Oude schilderden veel stadsgezichten.

Toen de Grand Tour-rondreis enigszins algemeen werd, herinnerden vedute van bekende plekken als het Forum Romanum en het Canal Grande de Engelse aristocratie aan hun avontuurlijke reizen op het continent. Rond het midden van de 18e eeuw raakte Venetië bekend als het centrum van de vedutisti. De beroemdste beoefenaars van het genre behoorden tot de Canal en Guardi-families van Venetië. Sommigen van hen trokken naar belangrijke Europese hoofdsteden, bijvoorbeeld Canaletto in Londen en diens neef Bernardo Bellotto in Dresden en Warschau.

In andere delen van het het 18e-eeuwse Italië ontstonden eigenaardige variaties van het genre. Giovanni Paolo Pannini was de eerste vedutakunstenaar die zich toelegde op het schilderen van ruïnes. Later veranderden Pannini's vedute in geheel of gedeeltelijk gefantaseerde voorstellingen die capricci en vedute ideate genoemd werden. Giovanni Battista Piranesi was de belangrijkste meester van de vedute ideate etsen. Zijn topografische serie, Vedute di Roma, werd in enorme oplage gedrukt.

Later in de 19e eeuw verdrongen persoonlijke "impressies" van stadsgezichten de behoefte aan topografische nauwkeurigheid, waarin nog wel werd voorzien door geschilderde en later gefotografeerde panorama's.
Verduta
De Theems vanaf Somerset House:
een klassieke veduta door Canaletto, 1747.
Eindresultaat: Verduta Venetië
Schilderstijl: Het Kubisme
Kubisme is een schilderstijl binnen de moderne kunst van het begin van de 20e eeuw. Het kubisme was het meest populair in de periode van 1906 tot 1920. De Kubisten hadden een ander kijk op het leven, ze wilden het leven niet meer afbeelden naar de werkelijkheid maar op een andere manier.

Het woord kubisme
Het woord stamt af van het Latijnse woord: ‘kubus’, dit betekent: ‘dobbelsteen’. De dobbelsteen wordt vaak gebruikt bij het maken van de schilderijen. Het is Louis Vauxcelles, een kunstcriticus, die op de tentoonstelling van de beroemde schilder Braque in 1908 de spotnaam 'cubes' gebruikt. Hij noemde de werken van Braque ‘bizarreries cubiques.’ Daaruit ontstond de naam kubisme.


Ontwikkeling
De voorloper van het kubisme is Paul Cézanne. Hij zei in de 19e eeuw al dat de natuur in feiten uit oervormen was opgebouwd: de bol, de kegel en de cilinder. De kunststroming kubisme laat men meestal beginnen in 1907 in Frankrijk, met het schilderij 'Les Demoiselles d'Avignon' van Pablo Picasso. Samen met Georges Braque ontwikkelt hij een nieuwe kunststroming, die spoedig wordt overgenomen door vele andere kunstenaars. Voor de ontwikkeling van het kubisme is verder het fauvisme van groot belang geweest. Het fauvisme maakt gebruik van felle onvermengde kleuren, een heftige lijnvoering, dat zie je terug in het kubisme.


Kenmerken van het kubisme
het kubisme heeft veschillende kenmerken. Maar de meeste kenmerken hebben te maken met gebruik van verschillende standpunten, de manier waarop schilders waarnemen. Er ontstaat verwarrend perspectief omdat een voorwerp vanuit verschillende hoeken kan worden bekeken en geschilderd. Zo krijg je ook het collage-effect. Het meest kenmerkende bij de kubisten is, dat alles wordt vereenvoudigd. Veel simpeler wordt gemaakt. De meeste schilderijen zijn een stilleven.


Fasen
Het kubisme kent een aantal fases. Het probleem is dat het kubisme door iedereen op verschillende manieren in fases wordt verdeeld. Er zijn over het algemeen 3, 4 of 5 fases.

Fase 1: Geometrisch kubisme (1907-1909)
De kunstenaars deden net als of de natuur alleen maar bestond uit kubussen, kegels en bollen. Alles werd dus met deze meetkundige vormen getekend. Je kon de bollen, kegels en kubussen goed herkennen. In de eerste fase zoekt de kubistische kunstenaar naar de basisstructuren achter de dingen en zijn er nog herkenbare, tamelijk samenhangende vormen. Ook houden de kunstenaars zich nog bijna helemaal vast aan het perspectief. Kleur is niet zo belangrijk, er worden vooral grijsachtige en bruine tinten gebruikt. Kleur werd in een later stadium wel belangrijk.

Fase 2: Analytisch kubisme (1910-1912)
De mensen gingen de grondvormen van het voorwerp steeds verder uitpluizen, zodat de meest interessante vorm overbleef. Zo ontstond een nieuw indrukwekkend voorwerp. De vormen werden steeds eenvoudiger gemaakt. Niet alleen de hoofdvorm is belangrijk maar ook de restvormen. In deze periode spat het beeld dat de schilders ons van de werkelijkheid bieden uiteen in kleine fragmentjes, die zo goed in elkaar worden gezet dat het geheel nog nauwelijks herkenbaar is. Vast vormen worden gebroken.

Fase 3: Synthetisch kubisme (1912-1914)
Vormen uit het platte vlak werden uitgeknipt en tot een collage gemaakt. Er worden voor het eerst teksten toegevoegd. Allerlei materialen worden op het schilderij geplakt. Er wordt al iets meer gebruik gemaakt van kleur.

Fase 4: analytisch/synthetisch (1914-1920)
soms wordt deze tijd gezien als een aparte fase. Dit is een periode waarin alle voorgaande fases worden samengevoegd.

Fase 5: Neo-kubisme (1920 - ..)
Ook voegen Sommige mensen hier nog het neo-kubisme aan toe, die vindt plaats na 1920, Een aantal kubisten keert terug naar het tweede stadium, zonder dat ze er helemaal op terugvallen. De lijn komt nu meer op de voorgrond dan tijdens de derde periode. De lijn komt op gelijke hoogte naast het vlak te staan. Deze lijnen worden zowel door accentuering met zwart of een andere kleur als door kleurcontrasten verkregen. De lijn wordt in deze periode statischer evenals de kleur, waardoor het hele werk statischer is geworden. De grondkleuren zijn hoofdzakelijk: zwart, groen, bruin, blauw, grijs en wit.
Ook de vorm verandert. Men keert meer terug naar het henkenbare, naar de verstaanbaarheid van het onderwerp. Wegens dit terugvinden van de vorm wordt de stijl van deze periode Neo-kubisme genoemd. In deze laatste periode wordt het kubisme als het ware geconsolideerd.


Stromingen
Er worden ook nog verschillende stromingen onderscheid. Het wetenschappelijk kubisme, hier wordt nog gewoon gebruikgemaakt van het verstand en de objecten zijn nog herkenbaar. Het orphisch kubisme, hier wordt voor het eerst het 3-dimensionale gebroken door allerlei perspectieven door elkaar te gebruiken. Dan heb je ook nog het physisch kubisme, hier is er evenwicht tussen een heldere emotionele kleur en een eenvoudige vorm, maar die wel anders is dan de werkelijkheid. En het instinctief kubisme, de naam zegt het al, er wordt volledig op instinct afgegaan. Je hoeft niet te letten op hoe iets er in de werkelijkheid uit ziet.


Einde
Aan het einde van 1920 gingen veel schilders weer over op een andere kunststijl. Ook werden de contacten verbroken door de 1e wereldoorlog, en sommige schilders moesten ook in dienst.

Juan Gris: Portret van Pablo Picasso, 1912
Kubisme
Umberto Boccioni: Op het terras, 1914,
Futuristisch schilderij
Paul Cézanne: Mont Sainte-Victoire, 1904
Juan Gris: Stilleven met gitaar, boek en krant, c. 1919
Jeroen Grootens is een zelf geleerd grafisch ontwerper met een achtergrond in de architectuur. Hij runt een studio in Amsterdam. Studio Joost Grootens ontwerpen boeken op het gebied van architectuur, stedelijke ruimte en kunst, die gespecialiseerd is op atlas projecten, het ontwerpen van zowel de kaarten en de boeken zelf. Onder zijn cliënten zijn 010 Publishers, Lars Müller Publishers, Phaidon Press, Vanabbe Museum en Museum Boijmans Van Beuningen. Twee van zijn atlas ontwerpen won de gouden medaille in de 'Schönste Bücher aus aller Welt' (Beste Boek Ontwerp van over de hele wereld) concurrentie in Leipzig. In 2009 werd hij bekroond met de Nederland 'meest prestigieuze design award, de Rotterdam designprijs. In de afgelopen acht jaar geeft Grootens les aan de Design Academy Eindhoven. Hij geeft ook lezingen en leidde workshops bij verschillende instellingen in Europa en Azië. Joost Grootens
Jeroen Grootens
Marcel Duchamp (Blainville-Crevon, 28 juli 1887 - Neuilly-sur-Seine, 2 oktober 1968) was een Frans kunstenaar. Duchamp was de eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als een kunstwerk. Zijn werken behoren tot het Dadaïsme, Surrealisme en Conceptuele kunst.
Marcel Duchamp werd geboren in een kunstenaarsgezin met zijn aanvankelijk even bekende broers Raymond Duchamp-Villon en Jacques Villon. In 1902 begon hij te schilderen in neo-impressionistische stijl. Vanaf 1910 begon hij de stijl van Paul Cézanne aan te hangen en sloot hij zich aan bij de Puteaux-groep van zijn broer Jacques, ook schilderde hij een tijd in de stijl van het Kubisme. In januari 1912 werd Duchamp echter gedwongen zijn Nu descendant un escalier("Naakt de trap aflopend") te verwijderen uit een tentoonstelling van de Salon des Indépendants in Parijs, waarna hij zich uit de Puteaux-groep terugtrok. Een jaar later in veroorzaakte "Nu descendant un escalier" grote ophef op de Armory Show in New York, waardoor Duchamp internationaal bekendheid verwierf.
Te vermelden, en zeker relevant voor het begrip van zijn humoristische manier van kunst maken, is ook dat hij aan het begin van zijn carrière regelmatig cartoons tekende voor tijdschriften. Duchamp heeft zichzelf in zijn hele leven niet van zijn kunst onderhouden, alhoewel hij zijn Grote Glas wel schonk aan de mensen die hem na zijn eerste aankomst in de VS onderdak verleenden.
In 1913 keerde hij de schilderkunst de rug toe en wekte hij sensatie met zijn Fietswiel (Roue de bicyclette), waarmee hij een belangrijke aanzet gaf tot het Dadaïsme. In 1915 vertrok hij naar New York.
Duchamp was de eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als een kunstwerk (een readymade). Dit was een mijlpaal voor de hedendaagse beeldende kunst en Duchamp riep hiermee kunst-filosofische vragen op over de aard en functie van kunst.
Marcel Duchamp
Fountain, 1917.
LeWitt was een zoon van Russisch-joodse immigranten.
Hij volgde een kunstopleiding aan de universiteit van Syracuse en maakte in 1949 een kunstreis door Europa om de oude meesters te leren kennen. In 1953 verhuisde hij naar New York, waar hij een tijdje nachtwaker was in het Museum of Modern Art. Hij zou er 25 jaar later zelf een grote tentoonstelling hebben met zijn beeldend werk. Hij bracht een jaar door als graficus op het kantoor van de architect I.M. Pei waar hij driedimensionaal leerde werken. Zijn eerste tentoonstelling vond in 1965 plaats in de John Daniels Gallery te New York. LeWitt, bekend als een bescheiden kunstenaar met grote faam, liet het werk voor zich spreken en meed de media.
LeWitt heeft sinds 1965 honderden solo-exposities gehad in musea en galeries in de Verenigde Staten en Europa. Zijn werk varieert van tweedimensionale werken als Wall Drawings, waarvan hij er meer dan 1200 heeft gecreëerd, en foto's en honderden werken op papier tot driedimensionale sculpturen (of structures, waarvan hij bij voorkeur sprak) als towers, pyramids en geometric forms. Deze werken variëren in formaat van maquette tot monumentaal.
Sol
LeWitt
Sol LeWitt (Hartford, 1928 – New York, 2007), Costruzione cubica, 1971
Jan Tschichold was de zoon van een provinciale uithangbordenmaker en genoot een op-leiding als kalligraaf. Deze artistieke achtergrond maakte hem bijzonder onder de typografen van die tijd.
Tschichold gebruikte in zijn werk juist geen handgemaakt papier en speciale lettertypen zoals toen gebruikelijk was, maar prefereerde standaard letters op commercieel, standaard formaten drukpapier.
In de jaren 1937-1938 ging hij naar Engeland op uitnodiging van de Pennrose Annual. In de jaren 1947-1949 verbleef Tschichold in Engeland waar hij de 500 paperbacks van Penguin Books opnieuw ging ontwerpen, samen met typograaf Ruari McLean. Hij paste hier een standaard set typografische regels toe, de zogenaamde Penguin Composition Rules. Hij gaf Penguin-boeken (met name de Pelican-serie) een eenduidig uiterlijk en gebruikte veel typografische praktijken die vandaag de dag als vanzelfsprekend gelden.
Tschichold nam de modernistische ontwerppricipes aan sinds 1923 na bezoek aan de Weimarse Bauhaus expositie. Hij werd een ware vooraanstaande Modernist: eerst met een invloedrijk magazine artikel in 1925, vervolgens met een persoonlijke expositie in 1927 en bovendien met zijn meest toonaangevende werk in Die neue Typographie. Dit boek was een manifest voor modern design waarin hij alle niet tot de schreefloze letter behorende klassen lettertypen afkraakte. Hij sprak de voorkeur uit voor niet-gecentreerde ontwerpen op titelpagina's. Hij definieerde vele andere Modernistische design concepten. Tschichold haalde het belang van fotografie in drukwerk aan.
Hij adviseerde het gebruik van standaard papierformaten (zoals de DIN-A formaten) voor alle drukwerk, en legde duidelijk uit hoe effectief gebruik te maken van verschillende letterzwaartes en -groottes om zo snel en gemakkelijk informatie over te brengen. Na het boek kwam ook een serie praktische handleidingen uit, die de principes van Modernistische typografie uiteenzette, en hadden eerst een grote invloed op de Duitse drukwereld.
Die neue Typographie geldt tot op de dag van vandaag als een standaardwerk over typografie.
Hoewel Die neue Typographie een klassieker blijft, week Tschichold zelf vanaf 1932 steeds verder af van deze ideeën (hij noemde zijn boek later te extreem) en begaf zich in classicistische richting. Onder andere te zien in zijn lettertype Saskia uit 1932; die bevat klassieke Romeinlettervormen.
Jan Tschichold
Jan Tschichold was its main theoretician and historian.1930
Joseph Kosuth (Toledo (Ohio), 31 januari 1945) is een Amerikaanse kunstenaar en fotograaf, die behoort tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de conceptuele kunst uit de jaren zestig en zeventig.
Kosuth studeerde tussen 1955 en 1962 aan de Toledo School of Design. Daarna ging hij tussen 1963/64 naar het Art Institute in Cleveland. Tussen 1965 en 1967 zat hij op School of Visual Arts in New York. Hij woonde en werkte gedurende de negentiger jaren van de vorige eeuw meerdere jaren in een reusachtig 18de-eeuws stadspaleis in de Maagdestraat te Gent, vlak bij het Hoger St Lucas Instituut, samen met zijn echtgenote, de eveneens Amerikaanse historica Cornelia Lauf.
In 1965 presenteert hij zijn eerste conceptuele werk, One and three chairs. Dit werk bestaat uit een houten stoel, een foto van een stoel en de ‘stoel uit het woordenboek'. Kosuth stelt zichzelf de volgende vragen: Is een stoel een stoel? Is een foto van een stoel ook een stoel? Is de definitie van een stoel een stoel? Is de definitie van een stoel méér stoel dan een echte stoel of een foto ervan? Waarom zou de definitie van een stoel minder stoel zijn dan de stoel zelf? Enzovoorts.
Kosuths overwegingen hebben iets didactisch en lijken op de ideeënleer van Plato. Plato laat echter de verdienste van de timmerman in het midden en vindt de schilder slechts een nabootser van het echte. Kosuth laat daarentegen naast de abstracte stoel ook ruimte voor de stoel van de meubelmaker en de afbeelder. In Kosuths latere werk richt hij zich alleen nog op tekst.
Kosuth legde zijn opvattingen over Art As Idea As Idea vast in enkele essays, uitgebracht onder de titel Art after Philosophy (1969). Deze kwam voort uit zijn onderzoek in 1966-1967 First Investigations (subtitled Art As Idea As Idea). Hierin gaf hij woordenboekdefinities weer van de volgende woorden: water, meaning, idea, nothing, painting, silence, to paint en ultimate. Deze werden soms ook in andere talen weergegeven.
Vanaf 1968 maakt Kosuth een serie werken waarin hij onderzoekt hoe de context de waarneming van het werk beïnvloedt. Kosuths project om de wereld fragmenten van haar eigen beschrijving terug te geven, werden via advertenties in kranten en tijdschriften en via pamfletten, posters, spandoeken en affiches over de gehele wereld verspreid. Kosuth gebruikt een categorische beschrijving van de wereld, als middel voor zijn onderzoek naar ons denken over kunst. De diverse media gaven hem de mogelijkheid te ontsnappen aan de beperkingen van de traditionele media en galerie of museum te ontwijken.
Kosuth maakte ook gebruik van neon: Four Colors Four Words (1966) en The Polar Bear and the Tiger Cannot Fight (1994). Daarnaast print hij zijn gefotografeerde tekst niet alleen af, maar zet hij hem ook op glasplaat en op muren. In 2004 werd er in het Van Abbemuseum een overzichtstentoonstelling gehouden van Kosuths werk. In 2005 had hij een tentoonstelling in een kasteel in Italië.
In 2007 en 2008 nam Kosuth deel aan de symposium serie "Personal Structures: Time - Space - Existence", een project geïnitieerd door de Nederlandse kunstenaar Rene Rietmeyer.

Joseph Kosuth
n the 1960s, Andy Warhol created several “mass-produced” images from photographs of celebrities such as Marilyn Monroe, Elvis Presley and Jackie Onassis.
Language Must Speak for Itself, 1991
Aanduiding voor het werk van jonge Amerikaanse kunstenaars uit de jaren zeventig en tachtig als o.a. jeff koons, Sherrie Levine, Cindy Sherman, Barbara Kruger en Richard Prince. Zij ontlenen afbeeldingen, beeldelementen, voorwerpen en illustraties aan het dagelijkse, Amerikaanse leven. Vooral de werelden van de massacommunicatie, de consumptiecultuur en de reclame spelen hierin een belangrijke rol. Hierbij grijpen ze terug op de aanpak van de Poptical-art uit de jaren '60, met name op het werk en de methoden van Andy Warhol. Hoewel ze niet als groep functioneren, worden ze door een gemeenschappelijke strategie van toe-eigening (appropriation) en reproductie van bestaande film-, reclame- en mediabeelden, wel als zodanig beschouwd. Hun antioriginele en anti-exclusieve kunstpraktijk, die dient ter analyse van codes in de massamedia en de kunst, is van grote invloed geweest op neoconceptuele tendensen in de kunst van de jaren tachtig. De naam pictures generation is ontleend aan een titel van een tentoonstelling waar zij voor het eerst tezamen zijn gepresenteerd: Pictures, in 1977 in New York georganiseerd door de criticus D. Crimp.

Van appropriation spreekt men wanneer een kunstenaar zich andermans werk toe-eigent door het te reproduceren. Door deze reproductie wordt aangetoond dat het, meestal overbekende, oorspronkelijke werk geen authentieke status meer heeft, maar deel is geworden van de algemeen verspreide beeldclichés. In hoeverre is iets of ben jij nog origineel? Het kopiëren van stijlen, levensvisies, ideeën en dergelijke doen we tegenwoordig allemaal wel. We bundelen het samen en maken het ons eigen. In de kunstwereld heet dit met een mooi woord: (stijl)citaten. Met (stijl)citaten wordt bedoeld: het toe-eigenen van andere culturen of begrippen uit die culturen. Het gebruik van (stijl)citaten vindt zijn oorsprong in de Appropriation Art.
Appropriation Art
One and Three Chairs, 1965
Sculpture International Rotterdam (SIR) beheert en ontwikkelt de internationale collectie publieke kunstwerken ter ondersteuning van de internationale en culturele ambities van Rotterdam.

Vanaf 1 januari 2013 is SIR een afdeling van het Centrum Beeldende Kunst zodat de SIR en BKOR de krachten ten behoeve van kunst en de publieke ruimte kunnen versterken.

In de (interim) adviescommissie SIR zitten: Jaap Guldemond (plaatsvervangend voorzitter), Lisette Smits, Jeroen Doorenweerd, Jos van der Pol, Lorenzo Benedetti.
SIR
Joop Beljon (Schoten, 11 januari 1922 – Oud-Beijerland, 12 december 2002), was een Nederlandse lithograaf en beeldhouwer. Onder de naam J.J. Beljon en het pseudoniem B(ernhard) Majorick was Joop Beljon ook schrijver. Het pseudoniem had Beljon overgenomen van de schrijver Godfried Bomans.
Inhoud [verbergen]
1 Leven en werk
2 Werken (selectie)
3 Fotogalerij
4 Externe links
Leven en werk[bewerken]

Johannes Jacobus (Joop) Beljon was een leerling van de beeldhouwer Theo van Reijn.
Beljon was een omgevingskunstenaar en hij werkte veelvuldig samen met de architecten van projecten in opdracht van de Rijksgebouwendienst, onder andere in Den Haag, Arnhem, Apeldoorn, Nijmegen, Groningen en Utrecht.
Hij voerde werken uit in diverse landen, zoals in:
de Verenigde Staten: Homage to Sam Rodia (1965), campus California State University - Long Beach (wit geschilderd beton, 19-delig en 4 à 5 meter hoog).
Mexico: Tertulia de los Gigantes (1968) in Mexico-Stad (7 felgekleurde betonnen torens); sculptuur Al Alimon (2001) op het eiland Isla Mujeres en sculptuur Caballo Negro (postuum, 2003) in Chetumal, de hoofdstad van Quintana Roo op het schiereiland Yucatán.
Bahrein: 3 tuinen annex fonteinen en zwembad (1981) in Bahrein.
Israël: plastiek Dukdalf (1984), Shaltielgebouw in Jeruzalem (project met andere kunstenaars, zoals Sheila Hicks en Alexander Calder).
In 1998 won hij de oeuvreprijs Nederlandse beeldhouwkunst, de Wilhelminaring, waarna hij de opdracht kreeg voor een sculptuur in het Sprengenpark in Apeldoorn.
Gedurende 27 jaar was Beljon directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (1957-1985). Bij aanvang van zijn directeurschap kreeg de academie het predicaat Koninklijk ter gelegenheid van het 275-jarig bestaan.
Joop Beljon
Heraldiek is de (hulp)wetenschap die zich bezighoudt met de betekenis van wapenschilden.

Om duidelijk te maken welke ridder schuil ging onder een harnas en helm of aan te geven tot welke partij men behoorde werden middels kleuren en symbolen versieringen aangebracht op de schilden. Daar bleef het niet bij; ook op de paardenkleden, de banieren en de helm (op het helmteken werd het herkenningsteken aangebracht). Het gebruik van die wapens is aan allerlei gebruiken verbonden. Naast met name adellijke familiewapens, is het meestal gebruikelijk voor Europese staten, steden, streken en gemeenten om een wapen te voeren. De boerenstand voerde in de vroege middeleeuwen geen wapen, zij gebruikten een huismerk als herkenningsteken. Dit huismerk was kenmerkend voor de boerderij en werd als brandmerk en teken op zerken gebruikt. In de late middeleeuwen gingen ook burgers en boeren wapens voeren en soms zijn de oude huismerken op de wapens afgebeeld.
In de late middeleeuwen was het gebruik van heraldische kentekens dus niet langer het exclusieve domein van de adel en de staat, ook gilden, verenigingen en burgers gingen wapens voeren. Ook ontstond er een uitgebreide kerkelijke heraldiek met eigen regels en vormen.
Naast de adellijke wapens bestaan er dus ook burgerlijke wapens, die de adellijke in aantal ver overtreffen. Het was in Vlaanderen gebruikelijk dat schepenen van een schepenbank met hun familiewapen zegelden en indien dat niet bestond een persoonlijk wapen kozen, dat later vaak werd gezien en gebruikt als familiewapen door de afstammelingen. Ook de Nederlandse regenten gingen wapens voeren.
Wapens van Nederlandse overheidsinstanties worden, na verkregen advies van de Hoge Raad van Adel, bij Koninklijk Besluit verleend. Het staat iedere burger vrij om een wapen te kiezen en te gebruiken maar het is ongepast om een wapenschild te gebruiken dat aan een ander toebehoort. Ook mag men niet zonder meer een wapenschild gebruiken dat door een naamgenoot gebruikt wordt of werd.
Wapens worden in Nederland geregistreerd en gepubliceerd door de Hoge Raad van Adel en, in het geval van burgers, door instanties als de Friese Raad voor de Genealogie en het Centraal Bureau voor Genealogie. Een geregistreerd burgerwapen wordt in Nederland overigens niet beschermd. Men kan een wapen wettelijk laten beschermen door het te laten registreren bij een merkenbureau.
In Vlaanderen wordt een officieel wapen toegekend door de Vlaamse Regering, op advies van de Vlaamse Heraldische Raad.
Bij de erkenning van een wapen kreeg de desbetreffende een wapenbrief mee. Dit werd tevens gebruikt om wapenbelasting te heffen.
Heraldiek
Studio Dumbar is een grafisch ontwerpbureau in 1977 opgericht door Gert Dumbar, geboren 16 mei 1940 in Jakarta, Indonesië.

Studio Dumbar bestaat anno 2007 uit een team van maar liefst dertig medewerkers en heeft inmiddels een grote verscheidenheid aan stijlen, huisstijlen en logo's ontwikkeld en diverse prijzen gewonnen. De NS (1968), PTT (1978-1981), Politie (1993), meubelbedrijf Artifort (1985), het Rijksmuseum, de experimentele affiches voor Theater Zeebelt (vanaf 1983), het Holland Festival en nog vele andere (semi-) overheidsinstellingen, maar ook bedrijven en culturele instellingen, hebben inmiddels door Studio Dumbar een zeer herkenbare verschijningsvorm gekregen.
Het handschrift van Studio Dumbar uit zich vooral in sterke en gemakkelijk te communiceren ideeën die met een subtiele maar uitgesproken vrolijke vormentaal worden gepresenteerd. Gert Dumbar was een van de eersten die de postmodernistische vrolijkheid in het Nederlandse grafisch ontwerpen introduceerde en zich daarmee afzette tegen het strenge functionalisme van Crouwel en zijn volgelingen. Het non-conformistische en illustratieve karakter van de Dumbar-ontwerpen was zowel onderwerp van kritiek als voorbeeld tot navolging.

Historie
Gert Dumbar wordt in Jakarta (Indonesië) geboren. Aan de Vrije Academie in Den Haag volgt hij de opleiding tot schilder waarna hij in Londen aan het Royal College of Art de opleiding tot vormgever volgt.

Dumbar is vanaf 1967 werkzaam voor het ontwerpbureau Tel Design. In 1977 richt Dumbar zijn eigen bureau op onder de naam Studio Dumbar. Dit grafische bureau staat nu bekend als een broedplaats voor jong talent met een speelse en decoratieve benadering voor huisstijl en corporate identity opdrachten. Het vermengen van vaak geënsceneerde fotografie van Lex van Pieterson, illustratie, grafische vormgeving en typografie tot een visueel overladen, collageachtig en barok geheel is typerend voor het werk van de studio. Studio Dumbar claimde de vrijheid van de ontwerper, tastte de voorheen rigide opvattingen over de huisstijl aan en bracht een zekere anarchie, informaliteit en humor in de bolwerken van de autoriteit.
Gert
Dumbar
Kaart
Rotterdam
In het water van de Westersingel schreef Job Koelewijn in 2000 een tekst. De tekst bestaat uit acht woorden, leesbaar vanaf de zijde van het beeldenterras aan de Westersingel. De regel, 'No Matter Try Again Fail Again Fail Better', komt uit de korte roman Worstward Ho van Samuel Beckett.

Koelewijn kwam op het idee tekst te gebruiken door de singel op te vatten als een onbeschreven blad, waarin je woorden kunt schrijven. “Zoals je vroeger langs de kant van de zee stond en je gedachten in het water schreef”, lichtte hij toe. Via een geperforeerd leidingsysteem onder water, waardoorheen een luchtstroom wordt geperst, verschijnen de woorden in luchtbellen aan het oppervlak.
Job Koelenwijn
Op de hoek van de Boomgaardstraat en de Witte de Withstraat is het lachende gezicht van Melly Shum een vertrouwd onderdeel van het straatbeeld. Sinds 1990 hangt deze billboard van Ken Lum aan de zijgevel van Witte de With. Het is een ongekend lange ‘exposure’ voor een reclamebord.

Hoewel Ken Lum gebruik maakt van de codes van de reclamewereld is onmiddellijk duidelijk dat het hier niet om een gewoon reclamebord gaat. Het bord probeert immers niets aan de man te brengen. We zien een foto van een vriendelijk glimlachende Aziatische vrouw die in een kantooromgeving achter een bureau zit. Daarnaast de tekst ‘Melly Shum hates her job’, die de andere helft van het billboard beslaat. Meer is er niet. Normaliter zou een reclamebord nog een product of dienst aanprijzen die Melly Shum meer plezier in haar werk zou brengen, of een leukere baan. Hier moeten we het doen met de mededeling dat zij een hekel heeft aan haar baan. Maar is dat wel zo? De vrouw kijkt vriendelijk in de camera, terwijl naast haar het woord haat in rode letters van het bord af spat. Foto en tekst vertellen niet hetzelfde verhaal. Welke van de twee is waar?

Ken Lum maakt geen reclame, maar zijn billboard bevat wel degelijk een ‘boodschap’. Hij maakt de codes van de reclame inzichtelijk. Door de stereotiepe vormgeving van de reclame in te zetten laat hij zien hoe ingesleten onze kijkgewoonten zijn. Automatisch maken we een verbinding tussen woord en beeld en voelen ons aangesproken door de directe taal van het bord. Maar is deze dame wel Melly Shum? Is Melly Shum een bestaand persoon? Omdat er geen telefoonnummer, website, prijs of product op het bord is vermeld, blijft alleen de tegenstrijdigheid tussen beeld en tekst over. In tegenstelling tot reclame geeft dit kunstwerk geen antwoorden, maar roept slechts vragen op.

De combinatie van taal en beeld speelt in veel van Ken Lums werk een grote rol. In de taalschilderijen die hij in de tweede helft van de jaren tachtig maakte is vooral het letterbeeld belangrijk. Spandoeken, reclamebanieren, uithangborden, overal ter wereld kom je ‘taalschilderijen’ tegen. Een tekst die niet alleen te lezen is, maar die door de vormgeving ook een beeld vormt. In een vreemd land is het alleen dat: een woordbeeld dat je niet kunt ontcijferen. Lum baseerde zijn taalschilderijen op deze gedachte, hij gebruikte de vormen en lettertypen van de reclame en maakte er onleesbare werken van, in een niet bestaande taal. Vorm en kleur zijn bepalend voor het gevoel dat de tekst oproept.

Halverwege de jaren tachtig werd Lum bekend met werk waarin hij portretten combineerde met abstracte logo’s en tekst. Naast elkaar geplaatst hadden de neplogo’s een bijzondere uitwerking op de portretfoto’s. De mensen op de foto waren niet langer individuen maar representanten van een merk. Bijvoorbeeld het werk met de familie Ollner: een cliché familiefoto met daarnaast in een roodwitte, cursieve letter: Ollner. De vormgeving van het totaal en van de letter maakt van het gezin een merk dat huiselijkheid en gezelligheid uitstraalt. Omdat er geen adresgegevens, prijzen en andere informatie bij staat is heel goed zichtbaar hoe tekst en beeld op elkaar inwerken. Het werk stelt vragen over identiteit. In hoeverre bepalen merken de identiteit van de moderne mens? En hoe speelt de reclame daar op in? Die vragen zijn na twintig jaar nog steeds actueel.
Ken Lum
L’Homme Qui Marche van Auguste Rodin heeft een lange ontstaansgeschiedenis. Het beeld is niet in één keer gemodelleerd, maar blijkt een samenvoeging van verschillende studies en onderdelen van beelden. Rond 1877 begon Rodin aan een reeks voorstudies, die in 1880 resulteerden in een sculptuur van de bijbelse figuur Johannes de Doper. Model stonden twee Italiaanse mannen: Pignatelli voor het lichaam, Danielli voor het hoofd. De stand voor de lopende figuur is afkomstig van Pignatelli, die bij het poseren zijn beide hielen op de grond hield.

Iets later, rond 1888, maakte Rodin een studie van een torso naar een motief dat hij in tekeningen en modellen van Michelangelo was tegengekomen. De torso is grof gemodelleerd en heeft een onregelmatig, getekend oppervlak, alsof er opzettelijk oneffenheden in zijn aangebracht. Door de afwisseling van lichte vlakken en donkere schaduwen zorgt de lichtval voor beweeglijkheid in het beeld.

Tussen 1898 en 1900 bracht Rodin in veel van zijn beelden veranderingen aan. Zo besloot hij om een studie van de benen van Johannes de Doper samen te voegen met de inmiddels beschadigd geraakte kleien versie van de torso uit 1888. Zo ontstond de basis voor L’Homme Qui Marche. In 1907 werd een grotere gipsen versie vervaardigd, die in 1911 in brons werd afgegoten. Het Musée Rodin te Parijs, dat de nalatenschap van Rodin beheert, heeft twaalf afgietsels geautoriseerd.
Auguste
Rodin
De verwoeste stad is volgens Zadkine ontstaan toen hij in 1946 met de trein het door oorlogsgeweld gehavende Rotterdam binnenreed. Het is, in zijn eigen woorden: "Een kreet van afschuw tegen de onmenselijke wreedheid van deze beulsdaad."
[Uit: M.G. Schenk, Ossip Zadkine, Amsterdam 1967].

Het beeld stelt een ontredderde figuur voor, met hoofd en armen ten hemel geheven. Zadkine laat de armen, benen en handen in verschillende richtingen wijzen waardoor het beeld een grote levendigheid uitstraalt. De figuur staat tegen een boomstronk aan geleund. De zes meter hoge kolos heeft zo een extra steuntje om het fysieke evenwicht te kunnen bewaren.

Opvallend aan de figuur is het gat in het midden van de romp. Rotterdam herkent hierin haar op 14 mei 1940 vernietigde stadshart.
Ossip
Zadkine
Paul McCarthy
Santa Claus veroorzaakte de grootste plaatselijke kunstrel van de laatste decennia. En het beeld ziet er zo vriendelijk en goedmoedig uit. Wat is het probleem? Deze kerstman heeft geen kerstboompje in zijn hand, maar een butt plug, een artikel in het kader van de seksuele pret. Toen politiek en publiek dat wisten, begon een lange discussie die tot ver over de grenzen reikte. Smakeloos en aanstootgevend, vindt de een. Dat Dat is een hypocriet standpunt in onze van commerciële seks doortrokken tijd, zegt de ander. Is dit elitaire smaakterreur, of moet kunst juist het debat stimuleren?

En mag dat op straat, of moet dat in de beslotenheid van een museum gebeuren? Natuurlijk waren naar Nederlands gebruik de financiën een argument in het debat. Het beeld kostte 180.000 euro, wat voor een groot werk van McCarthy een koopje is. De Amerikaanse kunstenaar geldt als een topper in de kunstwereld. Het zachte prijsje is te danken aan de scherpe onderhandelingen van (toenmalig) commissievoorzitter Joop van Caldenborgh.
Intussen werd het beeld als een hete aardappel over mogelijke locaties door de stad geschoven. Uiteindelijk bood Museum Boijmans Van Beuningen het beeld asiel, zoals dat al met eerdere beelden was gebeurd.
Hopelijk krijgt het ooit een plaats in een drukke winkelstraat. McCarthy's Santa Claus is de bronzen koning van de instant-bevrediging, symbool van consumptiegenot. Door zijn vormgeving combineert hij 'hoge' met 'lage' cultuur Zal Rotterdam "Kabouter Buttplug" ooit in het hart sluiten, zoals dat vaker gebeurde met controversiële beelden? Als verontwaardigde bewoners het voor het zeggen hebben, zou het beeld van Zadkine er ook niet hebben gestaan.
Ter uitbreiding van de International Beelden Collectie van de gemeente Rotterdam installeerde de Weense kunstenaar Franz West in 2001 aan de Westersingel het kunstwerk Qwertz. De vijf monochrome gekleurde, langwerpige rollen plaatstaal waaruit het werk bestaat, lijken nog het meest op uitvergrotingen van met de hand gerolde stukken klei.
De titel die West aan dit werk gaf, heeft geen betekenis. Qwertz is een lettercombinatie, afgeleid van de eerste zes letters linksboven op een Duits toetsenbord. Belangrijk voor West is dat dit verzonnen woord associaties oproept met bestaande woorden en dat beschouwers zo hun eigen betekenissen aan het object zullen geven.

De vijf elementen waaruit Qwertz bestaat, zijn vervaardigd uit een kern omwikkeld met 'lappen' aluminium, die in een onregelmatig patroon aan elkaar zijn gelast. De kunstenaar wil uitdrukkelijk geen beeld maken waarbij men alleen naar kan kijken en eventueel over kan contempleren. De werken bestaan uit fragmenten, die als kunstwerk gecompleteerd worden door het gebruik door de mens. West wil dat het publiek met zijn objecten in dialoog gaat. Om dit te vergemakkelijken krijgen zijn kunstwerken geen sokkels. In het geval van Qwertz lenen de kleurige onderdelen op het talud van de Westersingel zich uitstekend om op te
Franz
West
De Italiaanse kunstenaar Giuseppe Penone heeft voor de culturele as van Rotterdam een kunstobject vervaardigd dat geïnspireerd is op de natuur. Het beeld Elevazione is geplaatst langs de Westersingel ter hoogte van de Eendrachtsweg. Het bestaat uit een bronzen boomstam die omringd wordt door vijf levende bomen. De omringende bomen leven in symbiose met het bronzen afgietsel.

Het idee voor de sculptuur ontstond toen Penone in de bossen bij Turijn een omgevallen boom aantrof. Opvallend aan deze boom waren de bijzonder lange wortels, die boven de grond uitgroeiden en daardoor de boom niet meer hadden kunnen verankeren. Door de boom – een negen meter hoge stam met een wortelbereik van bijna zes meter – in brons af te gieten, werd deze bijzondere vorm geconserveerd.

In Rotterdam heeft Penone deze bronzen kopie van de natuur op locatie samengevoegd met vijf levende bomen: een bestaande beuk en vier nieuwe elzen. De bronzen boom is gefixeerd op een hoogte van ruim een meter, zwevend boven de grond. De bronzen wortels steken met hun uiteinden in de vijf omringende, levende bomen. Omdat de levende bomen blijven doorgroeien, zal het brons een spoor trekken in hun bast. In het ontwerp maakt Penone gebruik van de factor tijd: na jaren zal de verstreken tijd in de boomstammen afleesbaar zijn.
Giuseppe Penone
Peter Zuiderwijk is een zelfstandig grafisch ontwerper gevestigd in Den Haag. Zijn werk is voornamelijk gericht op analytische processen die vragen oproepen over de perceptie en interpretatie. Door observatie en de herinterpretatie van bestaande informatie voorstellen en tegenvoorstellen geformuleerd. Dit ontwerpend onderzoek door methodologie wordt toegepast in een semi-onafhankelijke en commissioned context, wordt besproken op een theoretisch niveau en wordt doorgegeven in een educatieve omgeving.

Conflict-ID is ontstaan uit een opdracht voor een campagne voor het TodaysArt festival, Den Haag. Dit heeft geresulteerd in een onderzoek waaruit 6 affiches zijn ontstaan die als campagne zijn gebruikt maar daarnaast ook een op zich zelfstaand onderdeel zijn geworden van het Festival.
Peter Zuiderwijk
Boek over vormen, waar ze vandaan komen en wat je ermee kan doen, werd aanvankelijk opgezet als een begeleidende tekst bij een tentoonstelling over de onderwijsbeginselen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage. Het is uitgegroeid tot een boek over de grondbeginselen van vormgeving, niet alleen voor de beginnende en gevorderde ontwerper, maar voor iedereen die met vormen te maken heeft, en dat zijn wij allemaal omdat wij dagelijks met vormen omgaan.J.J. Beljon is beeldhouwer en directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage.
Zo Doe Je Dat
Een Nederlandse digitale kunstenaar.
Hoogerbrugge is geboren in Rotterdam, waar hij is nog steeds is gebaseerd, en begon als een schilder en cartoonist totdat hij het internet vond in 1996. Hij is de maker van de zeer populaire Modern Living Neurotica series alsook zijn huidige interactieve serie Hotel, gemaakt voor het online SubmarineChannel.
Han heeft ook prenten en tekeningen die in galeries, zoals het Centraal Museum Utrecht in Nederland als onderdeel van hun collectie en Museo Tamayo in Mexico City en in het Design Museum in Londen zijn verschenen. Een boek van zijn werk werd gepubliceerd in september 2008.
Han
Hooger-brugge
Jean-Luc Godard (Parijs, 3 december 1930) is een Franse filmregisseur en scenarist. Hij is een van de belangrijkste leden van de nouvelle vague.


Jean-Luc Godard werd in 1930 in Parijs geboren. Zijn ouders waren vooraanstaande Zwitsers, en tijdens de Tweede Wereldoorlog keerde de familie naar Zwitserland terug. In 1949 begon hij aan een studie volkenkunde aan de Sorbonne. In deze periode leerde hij François Truffaut, Jacques Rivette en Éric Rohmer kennen. In 1950 begon hij samen met Rivette en Rohmer een filmkrant en werkte hij mee aan hun films. In januari 1952 begon hij te schrijven voor het filmblad Les cahiers du cinéma, dat het jaar daarvoor was opgericht door André Bazin.
In 1953 werkte hij mee aan de bouw van een dam in Zwitserland. Met het verdiende geld maakte hij zijn eerste film, Opération Béton, een korte documentairefilm over de bouw van de dam. In 1956 keerde hij terug naar Frankrijk en hervatte hij weer zijn werk bij Cahiers. In die tijd maakte hij enkele korte komedies en homages aan Mack Sennett en Jean Cocteau.
In 1959 bracht hij zijn eerste lange speelfilm uit, À bout de souffle. Deze film speelde een sleutelrol bij het ontstaan van de nouvelle vague. Het brak met veel toen heersende conventies, met zijn referenties en invloeden van de Amerikaanse (gangster)film, het lage budget en de ruwe montage. De hoofdrollen waren voor Jean-Paul Belmondo en Jean Seberg en was een groot succes bij het publiek en de critici.
Dat jaar trouwde hij ook met Anna Karina, die in veel van zijn films zou optreden. In 1964 vormden ze samen een productiemaatschappij, Anouchka Films. Ze scheidden in 1965.
In 1961 maakte hij Une femme est une femme, zijn eerste kleurenfilm. Hij bleek in die jaren zeer productief. Zijn eerste flop, Les Carabiniers uit 1963, was een homage aan Jean Vigo. Dat jaar maakte hij ook één van zijn grootste successen, Le Mépris met Brigitte Bardot. In 1964 volgde Bande à part en in 1965 Pierrot le fou en de sciencefictionfilm Alphaville. Andere films uit die jaren waren Masculin, féminin en Week-end.
Rond de studentenopstanden van 1968 raakte Godard geïnteresseerd in het Maoisme. In die tijd begon hij met een experimentele, politieke fase, die duurde tot 1980. In de zomer van 1968 richtte hij samen met onder andere Jean-Pierre Gorin de Dziga Vertov Groep op, die "politieke films politiek" wou maken. Enkele films uit die tijd zijn Le Gai Savoir, Pravda en One Plus One, waar bij de laatste een unieke registratie van de studio-opbouw door de Rolling Stones van de klassieker Sympathy for the Devil deel uitmaakt. In 1972 maakte hij Tout va bien, met Jane Fonda en Yves Montand in de hoofdrollen, waarna Letter to Jane volgde, een film over een foto van Jane Fonda, waar Gorin en Godard over discussiëren. In 1972 ontmoette hij ook Anne-Marie Miéville, zijn latere vrouw, met wie hij vele films
maakte.

In 1980 eindigde deze fase. Zijn eerste film die weer meer mainstream en toegankelijk was, was Sauve qui peut (la vie) uit 1980. Zijn films van na die tijd zijn meer autobiografisch. Zo zat in Sauve qui peut (la vie) een personage genaamd Godard. In 1982 en '83 maakte hij drie verwante films Passion, Prénom Carmen en Je vous salue, Marie. De laatste film werd door de katholieke kerk als blasfemie afgedaan.
Jean-Luc Godard
Gerd Arntz (Remscheid, 11 december 1900 – Den Haag, 4 december 1988) was een Duits-Nederlandse grafisch ontwerper die vooral bekend was door zijn beeldstatistieken en pictogrammen.
Hij bezocht in 1919 de kunstschool in Düsseldorf en maakte in 1920 in Keulen onder meer kennis met de progressieve kunstenaars Jankel Adler, Franz Wilhelm Seiwert en Heinrich Hoerle. Zijn eerste politieke houtsneden verschenen in 1926 in Die Proletarische Revolution. Arntz ging in 1928 werken voor het Gesellschafts- und Wirtschafts-museum in Wenen en was vanaf 1933 verbonden aan het Moscow Institute voor picturale statistieken.
Na de overname van Duitsland door Hitler ging Arntz in 1934 naar Den Haag in Nederland. Zijn houtsnede Het Derde Rijk veroorzaakte in 1936 een politiek incident met Duitsland. In 1943 werd Arntz opgeroepen voor het Duitse leger. Na zijn terugkeer in 1946 ging hij werken voor het Nederlandse Instituut voor Statistiek. Een grote tentoonstelling van zijn werk werd in 1976 gehouden in Den Haag.
Gerd
Arntz
Conceptuele kunst (conceptual art) is een kunstvorm waarbij het idee ofwel het concept belangrijker is dan esthetische of materiaal-technische afwegingen.
Conceptuele kunst
Appropriat-ion
Appropriation in de kunst is het gebruik van reeds bestaande objecten of beelden met weinig of geen verandering op hen toegepast. Het gebruik van de kredieten heeft een belangrijke rol in de geschiedenis van de kunsten (literatuur, beeldende, muzikale en perfoming kunst) gespeeld.
Design vs rule-based art/design:irrationeel, dus zonder na te denken of in strijd met de rede.

Author-based art: rationeel, dus doordacht en berekend
Rationeel vs Irrationeel
Een infographic of informatieve illustratie geeft een informatieve weergave van verschillende objecten met een combinatie van tekst en beeld. Dit kan voorkomen in de vorm van een kaart, grafiek, bord, instructieve tekening of een interactieve applicatie. Ze is bedoeld voor het overgedragen van informatie, data en kennis. Het wordt toegepast door journalisten in nieuws- en achtergrondartikelen, in financiële jaarverslagen, in openbaar vervoerssystemen als verklarend beeld, en voor wetenschappelijke of educatieve doeleinden.

De term infographic is verkorting van de Engels term: "information graphics". In het Nederlands is dit begrip niet nader gedefinieerd en er bestaat geen overeenstemming, welke vormen van informatieontwerpen onder de "infographic" vallen.
De infographic is een grafische weergave van informatie in de vorm van grafieken, diagrammen of strip-achtige illustraties. Binnen deze vormen wordt gebruikgemaakt van bijvoorbeeld fotografie, lijntekeningen, kleurcoderingen, teksten, cijfers, of een combinatie ervan. Alle elementen in die infographics geven informatie over actuele gebeurtenissen, of bevat een analyse van de gebeurtenissen of becommentarieert deze juist. Maar de infographic kan ook gerelateerde achtergrondinformatie weergeven.
Volgens Nigel Holmes rekent men de gewone kaart, die informatie over de omgeving weergeeft, niet tot de infographics. Infographic zijn gekoppeld aan processen of gebeurtenissen en tonen daarover gegevens. Deze gebeurtenis kan fictief zijn, gelogen, of duizenden jaren geleden plaats hebben gevonden. Dat zorgt wel weer voor een volgende onderverdeling in de infographics. Namelijk een onderverdeling naar de toepassing van de infographic. Die onderverdeling is gekoppeld aan de tijd die beschikbaar is om de infographic te fabriceren, waaraan uiteraard een financiële overweging aan ten grondslag ligt. Voor de infographics zorgt de tijdsdruk ervoor dat er twee stromingen zijn binnen de productie van deze visuele kunstwerken. Infographics worden gemaakt voor media met een langere ontwikkelingstijd en voor media die de actuele nieuwswaarde naar voren willen brengen. Infographics voor nieuwsmedia en voor tijdschriften (achtergronden). Het verschil tussen de pictogram en de infographic zit dus zowel in de vorm, de opzet en het doel als in de functie.

Infographic
Francis Picabia (Parijs, 22 januari 1879 – aldaar, 30 november 1953) was een Frans kunstschilder. Hij wordt gezien als één der bedrijvigste wegbereiders van de moderne kunst, sinds het impressionisme, in het begin van de 20e eeuw. Picabia wisselde tijdens zijn loopbaan zeer vaak van stijl. Impressionistisch, fauvistisch en dadaïstisch, figuratief en abstract, er is bijna geen stijl die hij niet heeft beoefend.

Picabia was nauwelijks vijftien jaar oud toen zijn vader zijn eerste doek, Une rue aux Martigues, instuurde naar de Parijse Salon des Artistes Français. Het jaar daarop schreef Picabia zich in aan de Ecole des Arts Décoratiifs, maar het was aan de Ecole du Louvre en de Académie Humbert dat hij Georges Braque en Marie Laurencin ontmoette.
In 1897 ontdekte hij het impressionisme van Alfred Sisley en in 1898 werd hij hiervoor nog enthousiaster, toen hij kennismaakte met de familie Camille Pissarro. Het werd het begin van een vruchtbare werkperiode, die tien jaar lang zou aanhouden en resulteerde in honderden luministisch gestemde doeken, die goed in de smaak vielen bij het publiek. Een eerste expositie, in 1905, in de Galerie Haussmann was meteen een succes.
Toch begon Picabia geleidelijk te twijfelen aan de esthetische waarden, die tot zijn succes hadden geleid. Vooral de ontmoeting met zijn toekomstige vrouw Gabrielle Buffet in 1908 zou zijn breuk met het impressionisme bespoedigen. Hij werd gefascineerd door de abstracte kunst, maar ook het kubisme als het fauvisme interesseerden hem. Zijn werken als Caoutchouc en Les Régattes, uit 1909, getuigen hiervan.
Francis Picabia
Batman is one of the most complex characters ever to appear in comic books, graphic novels, and on the big screen. What philosophical trials does this superhero confront in order to keep Gotham safe? Combing through seventy years of comic books, television shows, and movies, Batman and Philosophy explores how the Dark Knight grapples with ethical conundrums, moral responsibility, his identity crisis, the moral weight he carries to avenge his murdered parents, and much more. How does this caped crusader measure up against the teachings of Plato, Aristotle, Kant, Kierkegaard, and Lao Tzu?
Batman and Philosophy
Mark D. White
Georges
Braque
(1882-1963).

Braque werd op 13 mei 1882 geboren in de Rue de l'Hôtel-Dieu 40 te Argenteuil-sur-Seine, een plaats dicht bij Parijs. Zijn vader, Charles Braque (1855-1911), was schilder van beroep net als zijn vader en deed in zijn vrije tijd ook nog aan de schilderkunst. In 1890 verhuisde het gezin, behalve Georges bestaande uit zijn vader, zijn moeder Augustine Johanet (1859-1942) en zijn zus Henriette (1878-1950), naar de Rue Jules-Lausne 33 in Le Havre om een betere toekomst te krijgen. Door de groei van de havenstad was er genoeg werk en na drie jaar had Charles Braque een eigen zaak in huisdecoratie genaamd Braque & Co. In Le Havre bezocht Braque in de avonduren de École Municipale des Beaux-Arts en ontmoette hij de schilders Eugène Boudin (1824-1898), Camille Corot (1796-1875), Othon Friesz (1879-1949)en Raoul Dufy (1877-1953). Heel zijn omgeving hielp hem om schilder te worden. In de vakantie bezocht Braque in Parijs het Louvre en het Musée du Luxembourg, waar de werken van nog levende kunstenaars hingen. Na zijn middelbare school volgde Braque een opleiding tot huisschilder en decorateur.

Haven
In 1900 ging Braque naar Parijs en haalde daar zijn certificaat als schilder-decorateur, waardoor zijn diensttijd volgens de geldende regels werd gereduceerd tot één jaar. Vanaf 30 oktober 1902 was hij voor een jaar bij het 129ste Infantrie Regiment ingedeeld en zou daarna geregeld op herhaling moeten komen. Na zijn militaire diensttijd volgde Braque de Académie Humbert, waar hij Marie Laurencin en Francis Picabia ontmoette, en een korte tijd de École des Beaux Arts, waar ook zijn vrienden uit Le Havre, Othon Friesz en Raoul Dufy, studeerden. In 1904 was zijn studie afgelopen en vestigde hij zich voorgoed in de Rue Lamarck in de Parijse wijk Montmartre, op dat moment de schildersbuurt van Parijs. De zomer van 1904 bracht Braque met medeleerlingen van de Académie Humbert, Jacques Vaillant (1879-1934) en Paulette Philippi door in Kergroës, een dorp bij Pont-Aven.

Na de opening van de eerste expositie van de Cercle de l'Art Moderne in mei 1906 te hebben bijgewoond in Le Havre, ging Braque met Othon Friesz naar Antwerpen, waar hij door zijn vriend Friesz op fauvistische wijze begon te schilderen. Na een kort verblijf in Parijs in september, ging Braque in oktober 1906 voor de winter naar L'Estaque, een plaats vlakbij Marseille, waar hij vijf maanden bleef.
Marcel Duchamp
Marcel Duchamp (Blainville-Crevon, 28 juli 1887 - Neuilly-sur-Seine, 2 oktober 1968) was een Frans kunstenaar. Duchamp was de eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als een kunstwerk. Zijn werken behoren tot het Dadaïsme, Surrealisme en Conceptuele kunst.
Marcel Duchamp werd geboren in een kunstenaarsgezin met zijn aanvankelijk even bekende broers Raymond Duchamp-Villon en Jacques Villon. In 1902 begon hij te schilderen in neo-impressionistische stijl. Vanaf 1910 begon hij de stijl van Paul Cézanne aan te hangen en sloot hij zich aan bij de Puteaux-groep van zijn broer Jacques, ook schilderde hij een tijd in de stijl van het Kubisme. In januari 1912 werd Duchamp echter gedwongen zijn Nu descendant un escalier("Naakt de trap aflopend") te verwijderen uit een tentoonstelling van de Salon des Indépendants in Parijs, waarna hij zich uit de Puteaux-groep terugtrok. Een jaar later in veroorzaakte "Nu descendant un escalier" grote ophef op de Armory Show in New York, waardoor Duchamp internationaal bekendheid verwierf.
Te vermelden, en zeker relevant voor het begrip van zijn humoristische manier van kunst maken, is ook dat hij aan het begin van zijn carrière regelmatig cartoons tekende voor tijdschriften. Duchamp heeft zichzelf in zijn hele leven niet van zijn kunst onderhouden, alhoewel hij zijn Grote Glas wel schonk aan de mensen die hem na zijn eerste aankomst in de VS onderdak verleenden.
In 1913 keerde hij de schilderkunst de rug toe en wekte hij sensatie met zijn Fietswiel (Roue de bicyclette), waarmee hij een belangrijke aanzet gaf tot het Dadaïsme. In 1915 vertrok hij naar New York.
Duchamp was de eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als een kunstwerk (een readymade). Dit was een mijlpaal voor de hedendaagse beeldende kunst en Duchamp riep hiermee kunst-filosofische vragen op over de aard en functie van kunst.
Barbara Kruger (born January 26, 1945) is an American conceptual artist. Much of her work consists of black-and-white photographs overlaid with declarative captions—in white-on-red Futura Bold Oblique or Helvetica Ultra Condensed. The phrases in her works often include pronouns such as "you", "your", "I", "we", and "they". Kruger lives and works in New York and Los
Kruger was born into a lower-middle-class family[1][2][3] in Newark, New Jersey. Her father worked as a chemical technician, her mother as a legal secretary. She graduated from Weequahic High School.[4] After attending Syracuse University and studying art and design with Diane Arbus and Marvin Israel at Parsons School of Design in New York, Kruger obtained a design job at Condé Nast Publications. She initially worked as a designer at Mademoiselle Magazine and later moved on to work part-time as a picture editor at House and Garden, Aperture, and other publications.[5] In her early years as a visual artist, Kruger crocheted, sewed and painted bright-hued and erotically suggestive objects, some of which were included by curator Marcia Tucker in the 1973 Whitney Biennial.[3] From 1977, Kruger worked with her own architectural photographs, publishing an artist's book, "Picture/Readings", in 1979.[6]
Artistic practice[edit]
Barbara
Kruger
Eindresultaat: Kaart Venetië
Kwartaal 1
Common Ground
Kwartaal 2
Navigation
Design & Exploration
'DE VORM ZAL U TOEGEWORPEN WORDEN'
Paul Mijksenaar
Paul Mijksenaar boek 'De vorm zal u toegeworpen worden' gaat over de verschillende manieren waarop je informatie kan vormgeven. Paul Mijksenaar geeft commentaar op de vormgeving van instructies en vindt dat we hier nog veel te leren hebben. Veel ontwerpers houden zich niet bezig met de informele kan van het ontwerp en wat het moet vertellen, hoe leesbaar het is en hoe duidelijk het vertaald kan worden naar de realiteit, de meeste ontwerpers richten zich teveel op het esthetische.

De conclusie is dat tekst met beeld gecombineerd moet worden. Beeld versterkt, maakt duidelijk en trekt aan.
Volgens Paul zijn er een paar ontwerpers die een sterk samenhangend geheel kunnen maken van beeld en tekst. Informatie vormgeven gaat echt om duidelijkheid niet om originaliteit of materiaal keuze. Hier blijven veel vormgevers hangen.
Open Here
'Bandenplak setje'
Deeltoets 1
Open Here
Handleiding nieuwe functie bandenplak setje.
Hoe gebruik je een bandenplak setje voor je dagelijkse snuif.
Deeltoets 2
Manifesto
Manifesto
on Time
Groep Manifesto: Arthur, Renee, Elise, Jazz, Leontien, Evaline
Deeltoets 2
Manifesto of the Line
Winner of the Golden Lion award at the 2011 Venice Biennale, Christian Marclay's The Clock is a cinematic tour de force that unfolds on the screen in real time through thousands of film excerpts that form a 24-hour montage. Appropriated from the last 100 years of cinema’s rich history, the film clips chronicle the hours and minutes of the 24-hour period, often by displaying a watch or clock. The Clock incorporates scenes of everything from car chases and board rooms to emergency wards, bank heists, trysts, and high-noon shootouts.
Christian
Marclay
'The CLock'
Prentkunst
Algemene
Kunst
geschiedenis
Page 6 - 7
Prentkunst in v.m. reproductietechnieken.

Vervaardigen – prenten sinds 16e eeuw in het werk.
Werkverdeling tussen ontwerpers en uitvoerders.
Prenten: Van een ontwerp een aantal kopieën te maken dat afgedrukt kan worden op papier/zijde of andere materialen die inkt absorberen.

Soorten:

Houtsnede
Een van de vroeg bekendste technieken, getekend op glad hout, de gedeeltes die wit moeten zijn worden weggesneden en de afbeelding wordt in spiegelbeeld gedrukt.

Voor het eerst gebruikt in China in de 7e eeuw na Christus voor het afbeelden in oplage van Boeddha. Later in de 15e eeuw gebruikt in Europa voor religieuze afbeeldingen.

In de 15e eeuw werden printen in diepdruk op metalen platen.
Graveren > Inkrassen en etsen dmv zuur.

Vnaf de 16e eeuw en later werden graveren en snijden gescheiden van het ontwerpen. Kopergravures ipv houtsnde ivm de verfijning.

Etsen: Je bedenkt een koperen plaat met was en daarna teken je dmv te krassen in het was. Daarna dompel je de plaat in zuur. Het zuur vreet de delen zonder was weg.

Vanaf de 19e eeuw kwam er ook een lithografische methode waarbij je vet krijt in steen.

- houtsneden
- gravures
- etsen
- lithografieën

Werk door een iemand vervaardigd wordt originelen genoemd. Door gespecialiseerde prentenmakers worden reproductiegrafiek gemaakt.

19e nam staalgrafiek de kopergrafiek grotendeels over ivm kwaliteit en kwetsbaarheid.

Door deze tekst heb ik de basis van de reproductietechnieken geleerd. Iets wat mij de vorige periode al interesseerde met de linosnede technieken. Ik wil ook graag werken met de andere technieken.
Islamitische Decoraties
Algemene
Kunst
geschiedenis
Page
349 - 351
In de Islamitische kunst is de architectuur eigenlijk voornamelijk iets wat van belang is maar dan gaat het nog meer om de ornamenten. Het was namelijk verboden om mensen en dierenprenten te maken hierdoor maakte men versieringen met kalligrafie.

Koefische stroming –
1e Islamitische kunststroming (Koefa, plaats in Irak). Deze stroming werd voornamelijk gebruikt voor Koranmanuscripten. Dit omdat het de enige methode was om de teksten een eerbiedwaardige status te geven doormiddel van de kalligrafie. Koefische scripten werden later ook gebruikt voor het decoreren van luxe artikelen zoals bijvoorbeeld ivoren juwelen kisten.

De koefische kaligrafie werd later als abstracte kunst ook gebruikt door kunstenaars die niet konden lezen.

Later kwamen via China aardewerk, silver en goud naar de Arabische landen. Deze gingen meer een rol spelen bij het versieren van gebouwen.
LeWitt was een zoon van Russisch-joodse immigranten. Hij volgde een kunstopleiding aan de universiteit van Syracuse en maakte in 1949 een kunstreis door Europa om de oude meesters te leren kennen. In 1953 verhuisde hij naar New York, waar hij een tijdje nachtwaker was in het Museum of Modern Art. Hij zou er 25 jaar later zelf een grote tentoonstelling hebben met zijn beeldend werk. Hij bracht een jaar door als graficus op het kantoor van de architect I.M. Pei waar hij driedimensionaal leerde werken. Zijn eerste tentoonstelling vond in 1965 plaats in de John Daniels Gallery te New York. LeWitt, bekend als een bescheiden kunstenaar met grote faam, liet het werk voor zich spreken en meed de media.
Zijn werk[bewerken]

LeWitt heeft sinds 1965 honderden solo-exposities gehad in musea en galeries in de Verenigde Staten en Europa. Zijn werk varieert van tweedimensionale werken als Wall drawings, waarvan hij er meer dan 1200 heeft gecreëerd, en foto's en honderden werken op papier tot driedimensionale sculpturen (of structures, waarvan hij bij voorkeur sprak) als 'towers', 'pyramids' en 'geometric forms'. Deze werken variëren in formaat van maquette tot monumentaal.

Het werk van Sol LeWitt wordt gerekend tot de minimal art, net als andere conceptuele kunstrichtingen een kunstrichting waar de betekenis meer ligt in de ideeën dan in de materiële uitwerking ervan. Of anders gezegd: de uitvoering was minder belangrijk dan het concept. Hij schreef: "Banale ideeën kun je niet redden door een degelijke uitvoering, het is moeilijker om goede ideeën te verprutsen." Opvallend bleef LeWitt werken met basisvormen zoals bol, driehoek en kubus, meestal in glad en wit materiaal. De ruimtelijke constructies van LeWitt tonen veelvuldig de ribbenstructuur van witgeschilderde kubussen of delen daarvan, in gevarieerde reeksen en gerangschikt volgens bepaalde modules. De systematiek, gebaseerd op beslissingen over onder meer vorm, structuur, ordening en maat, ligt steeds vast in concepten die het uitgangspunt vormen voor al het werk van LeWitt.[2]
Sol LeWitt

1. There is an old and a new consciousness of time.
The old is connected with the individual.
The new is connected with the universal.
The struggle of the individual against the universal is revealing itself in the world-war as well as in the art of the present day.
2. The war is destroying the old world with its contents: individual domination in every state.
3. The new art has brought forward what the new consciousness of time contains: a balance between the universal and the individual.
4. The new consciousness is prepared to realise the internal life as well as the external life.
5. Traditions, dogmas and the domination of the individual are opposed to this realisation.
6. The founders of the new plastic art therefore call upon all, who believe in the reformation of art and culture, to annihilate these obstacles of development, as they have annihilated in the new plastic art (by abolishing natural form) that, which prevents the clear expression of art, the utmost consequence of all art notion.
7. The artists of to-day have been driven the whole world over by the same consciousness, and therefore have taken part from an intellectual point of view in this war against the domination of individual despotism. They therefore sympathize with all, who work for the formation of an international unity in Life, Art, Culture, either intellectually or materially.
8. The monthly editions of „The Style”, founded for that purpose, try to attain the new wisdom of life in an exact manner.
9. Co-operation is possible by:
I. Sending, with entire approval, name, address and profession ro the editor of „The Style”.
II. Sending critical philosophical, architectural, scientific, litterary, musical articles or reproductions.
III. Translating articles in different languages or distributing thoughts published in „The Style”.
Manifesto of 'De Stijl'
1918
http://backspace.com/notes/2009/07/design-manifestos.php
Het werk van Nauman is veelomvattend in inhoud, vorm en materiaal. Nauman heeft zich vanaf de jaren zestig beziggehouden met performances, installaties, videokunst, sculptuur, tekeningen en neon-werken. Zijn experimentele en onderzoekende beeldtaal zou men inhoudelijk kunnen plaatsen onder het Franse begrip 'la condition humaine' wat in Naumans werk het menszijn met al zijn basale kenmerken betreft zoals eten, drinken, pijn, communicatie, seks, dood etc. De beeldtaal die Nauman gebruikt is op enkele uitzonderingen na zeer direct.
In de jaren zestig is Nauman begonnen met het maken van afgietsels van zijn lichaam. Een aantal jaren later maakte hij video-opnamen van zijn atelier waarin hij de grenzen van de ruimte verkende door middel van het lopen langs de wanden van de ruimte of het letterlijk langdurig vallen tegen een van de hoeken van de ruimte. Dit ontwikkelde zich naar het maken van letterlijke ruimtes en smalle gangen (corridors) die iets boven de grond zwevend, vaak voorzien van fel licht een claustrofobische uitwerking veroorzaken. Vanaf de jaren zeventig ontstaat er een lange reeks van neon-werken. Deze neon-werken bestaan uit eenvoudige teksten uitgevoerd in kleurige neonbuizen waarin woorden van verschillend karakter samenvloeien. In het werk 'Eat death' uit 1972 bijvoorbeeld is het woord DEATH in blauw neon uitgevoerd waarin de middelste letters EAT uit groen neon bestaan.
Bruce Nauman
Automobile Tire Print (1953) records one of Robert Rauschenberg’s most intriguing collaborative efforts. In 1953, the artist directed composer John Cage (1912–1992) to drive his Model A Ford in a straight line over twenty sheets of paper that Rauschenberg had glued together and laid in the road outside his Fulton Street studio in Lower Manhattan. The car’s front tire left a faint embossed impression, while the rear tire, which had passed through a pool of paint Rauschenberg had poured in the street, deposited a juicy black tread mark that stretches in a diminishing line along the twenty-two-foot length of paper. Over the years, Automobile Tire Print has been interpreted as a monoprint, a drawing, a performance, a process piece, and a distinctive exploration of indexical mark making. In its serial imagery (it records nearly three revolutions of Cage’s wheel) and its exceptional length, the tire print is one of the earliest examples of Rauschenberg’s interest in the visual and psychological dimensions of temporal experience, themes he revisited in works such as Hiccups (1978) and The 1/4 Mile or 2 Furlong Piece (1981–98).

Robert Rauschenberg
Keight
Haring
De kunst die Keith Haring maakte wordt soms (onterecht) popart genoemd, maar ook de termen graffiti-art en moderne kunst worden gebruikt. Zijn cartoonachtige schilderingen en tekeningen gingen onder andere over aids, seks, drugs en apartheid.

Keith is de oudste van vier kinderen. Al op jonge leeftijd was zijn liefde voor tekenen duidelijk. Zijn vader, die ook een soort stripverhalen tekende, bleek een belangrijke bron van inspiratie. Door boeken en musea maakte hij kennis met moderne kunst en het werk van Andy Warhol beïnvloedde hem.
Hij studeerde aan de Ivy School of Professional Art in Pittsburgh, maar het commerciële aspect van de opleiding sprak hem niet aan. Hij verliet daarom de school. In 1976 had hij in Pittsburgh zijn eerste belangrijke tentoonstelling. Rond deze tijd werd ook zijn stijl duidelijk: abstracte figuren die oneindig in elkaar vallen, en die enorme ruimtes kunnen vullen. Naast Warhol werd hij beïnvloed door Pierre Alechinsky, Christo en Jean Dubuffet. Vooral Christo's houding tegenover kunst sprak hem aan: kunst is voor iedereen en niet alleen voor de elite.
De naam Jan Fabre, 1958, Antwerpen (België) staat sinds jaren synoniem voor Bic blauw. Deze Vlaamse kunstenaar en theatermaker vindt in deze specifieke kleur blauw een evenbeeld van het zogenaamde « Uur Blauw », het moment tussen nacht en zonsopgang wanneer het nog niet licht is, maar ook niet meer donker. Dit is het uur waarop de wereld ontwaakt. De Bic wordt door Fabre niet alleen gebruikt voor het maken van tekeningen, hij gebruikt haar ook om allerlei voorwerpen te bekrassen en hen zo in het rijk van het Uur Blauw binnen te loodsen. Het « Uur Blauw » uit 1987 is in dit geval ook de titel van een installatie die bestaat uit een groot zijden doek dat volledig bekrast is. Fabre probeert met dergelijke grote tekeningen de tekening te verzelfstandigen. De tekening wordt een sculptuur en omgekeerd. De tekening wordt een object waar men rond kan wandelen. Door het formaat wordt de tekening ook een ruimte die de toeschouwer volledig in een blauwe diepte trekt. Voor het doek staat een houten constructie die zowel huis als graftombe zou kunnen zijn en het moment tussen leven en dood symboliseert. Het is het « Huis van vlammen I & II » : in het huis bevindt zich nog een ander, kleiner huis. Het doet aan de bekende Russische poppen denken, maar ook aan de metamorfose. Daarbij gaat het niet zo zeer om een larve die in een insect verandert, maar om de overeenkomst tussen het allerkleinste en het allergrootste. Net zoals het Bic blauw in één lijn of op een groot vlak toch altijd Bic blauw blijft.
Jan Fabre
SOL IS OUR SPINOZA Suzanna Heman
CONCEPTUELE KUNST IN NEDERLAND
EN BELGIË 1965-1975
Hieronder zie je de regels over conceptuele kunst
PENGUIN COMPOSITION RULES
Jan Tschichold
In de jaren 1937-1938 ging hij naar Engeland op uitnodiging van de Pennrose Annual. In de jaren 1947-1949 verbleef Tschichold in Engeland waar hij de 500 paperbacks van Penguin Books opnieuw ging ontwerpen, samen met typograaf Ruari McLean. Hij paste hier een standaard set typografische regels toe, de zogenaamde Penguin Composition Rules. Hij gaf Penguin-boeken (met name de Pelican-serie) een eenduidig uiterlijk en gebruikte veel typografische praktijken die vandaag de dag als vanzelfsprekend gelden.

jan Tschichold bouwde de regels als een goed voorbeeld van een manifest. De regels konden door iedereen gehandhaafd worden wat zorgt voor eenheid. Ik heb zelf als ontwerper hier hedendaags nog veel aan.
Manifest
on Time
groeps-opdracht
Met ons groepje gingen we maandag ochtend om 12.00 uur de tijd registreren met verschillende instrumenten. Film, timelapse, geluid, tekenen, schrijven, fotograferen.
Groep Manifesto: Arthur, Renee, Elise, Jazz, Leontien, Evaline
Na het vastleggen van 2 minuten gingen we overleggen. Wat is tijd?
We kwamen tot de conclusie dat tijd gevormd is door een natuurlijke tijd, de tijd van het voorbij gaan, vergankelijkheid, en het achter laten van het verleden. Een de kunstmatige tijd, die als een schematisch systeem aan de natuurlijke tijd is gekoppeld. Deze tijd zorgt voor de haast, slur en het ritme wat de meeste mensen volgen.
We zagen op het kruispunt waar we de 2 minuten vast legde mensen met haast, er was echter een meisje die niet gaf om deze kunstmatige tijd en de rust nam om voor zich uit te staren ipv meegenomen te worden in de draaikolk van de maatschappij.

We maakten in storyboard voor de reconstructie en gingen in de studio aan de slag. Zie hieronder het resultaat.
Anita Rootselaar
Tijdsbeleving
De controle en de chaos in mij.
Beheersing en Choas vormen een tweestrijd in mij. Soms rustig als een meertje op een prachtige dag. Soms woest als een wilde oceaan. Verwoesting is soms nodig om terug te komen tot beheersing en te zien waar het leven om draait. Verwoesting is kunst en beheersing een hele kunst. inner vrede en agressie, blijdschap en pijn, leven en dood & chaos en structuur.

De een kan niet zonder de ander.
Samen vormen ze mij.
De lijn in mij:
Controle & Choas
De eerste werden aangetroffen in de grotten van Lasceaux in Frankrijk die afstammen ca. 16.000 v.Chr.
Tot op de dag van vandaag is geen touw aan vast te knopen waar deze schilderingen voor bedoeld waren. Een aantal aanwijzingen duiden erop dat het misschien begraafplaatsen zijn geweest, offerplaatsen, afgoden of zelfs woonplaatsen. Het is onduidelijk hoe en waar deze kunst vorm is ontstaan, wel is het heel bijzonder hoe onze voorvaderen de kunst van het creeren al zo goed beheersten. Schaduwen, diepte en andere technieken zijn allemaal terug te zien in schilderingen.
Er word gedacht dat grotschilderingen zijn ontstaan aan de hand van herkenning in figuren op de muur die zijn gearceerd met houtskool. Dit zou zich later verder ontwikkeld hebben tot hoe wij de schilderingen nu kennen. Zo wordt er onderzoek gedaan aan de hand van stammen in Afrika waarbij soortgelijke afbeeldingen terugkeren en een bepaalde magische betekenis en verering naar de goden betekenen. Eerst nam men aan dat de grotschilderingen decoratieve kunst waren maar dit kon men niet voldoende onderbouwen na het ontdekken van zeer moeilijk toegankelijke plekken in grotten. Ook is er een theorie dat de afbeeldingen een gunst waren voor de goden op een goede jacht. Vaak komen ook abstracte tekens voor die vruchtbaarheid aanduiden of geslacht. Of er enig verband bestaat tussen al deze werken blijft een groot mysterie.
Grotschilderingen
Slechts door de tijd wordt de tijd overwonnen.
Tijd is maar een vreemd begrip. Uit dit verhaal blijkt dat het nog steeds niet te achterhalen is of tijd is ontstaan vanuit god of door een explosie. Volgens de Big Bang theorie was er daarvoor nog geen sprake van ruimte en tijd.

Maar hoe staan wij als mens tegenover tijd. Wij als mens meten de tijd aan de hand van gebeurtenissen die zich voordoen: de zon, de maan en de seizoenen. Een kalender zou ons staande houden. Ook de indeling van maanden, weken, dagen en uren. Ik wist niet dat het 60 minuten durende uur afkomstig is van Sumerianen. Dat heb ik uit dit stuk geleerd.

Ook al wordt het lastig beschreven tijd is iets als een stroming van tijd wat gerelateerd staat aan zichzelf. Wij observeren niet maar passeren de tijd. Mooie woorden: Wat wij waarnemen, is dat latere standen van zaken in de wereld verschillen van eerdere standen van zaken, zoals wij die ons herinneren. Tijd blijft iets belangrijks in het leven. Het stuurt je leven in de goede of slechte richting.
Zo doe je dat
Lichtval is belangrijk bij grotten. Orakel, kluizenaars, Christelijke heiligen leefden allemaal in de grotten.
Sculptures-habitables (André Bloc) zijn variaties op de holtethema, net als de bouwsels van Gaudi, Steiner, Finsterlin, Le Corbusier. De caviteit als beginsel omspant de hele levenscyclus van schoot tot tombe.
"Soort nostalgisch terug-naar-de-natuur-beginsel". Faure betoogt dat vormgeving bepaalde eigenschappen weerspiegelt en in de herinnering vasthoudt aan de plaats waar zij ontstaat. Vorm, maar ook kleur.
Mensen houden van merktekens op de grond. Landmarks. Sporen van vergane beschavingen. Grond in bezit nemen, al is het alleen maar symbolisch, bevredigt onze diepste instincten.
Environmental design, omgevingsvormgeving is hiermee geditineerd als de komst van de setting (net als stedebouw).
Wij mensen houden van bogen: hemel, hel, Arc de Triomphe, kinderspelletjes: dus archtectuur.
De groep site bracht het ruïne-effect aan een nieuwbouw (Best, USA).
Wat telt is of de student op weg is naar zijn droom, zijn volgend tijdelijk verblijf
Expressiekracht van het wegconcept (lijnen boot/vliegtuig). Cassandre's "Etoile du Nord" en "Normandie".
De weg is belangrijker dan de herberg. Het gaat ons om de reis die wij maken. Zoals de Japanse tuin moet onze reis lang duren en ondertussen van alles genieten.

Het uiterlijk is het innerlijk. In platonische termen: de vorm is de drager van de idee.
Joop Beljon OGEN OPEN
Manifest
Aanduiding voor die vorm van individuele of collectieve auteurspoëtica (poetica-3) die als openbare verklaring de functie heeft van een programmatisch geschrift. Veelal worden er nieuwe literaire opvattingen in kenbaar gemaakt.
Het manifest dient soms ter begeleiding
het manifest zelfst.naamw.Uitspraak: [mani'fɛst] Verbuigingen: manifest|en (meerv.) openbare tekst met een duidelijk standpunt Voorbeeld.
Een manifest is in mijn beleving een wijzer die een artiest of opvolger ervan naar een bepaalde richting moet wijzen. Een manifest bestaat vaak uit regels die je beperken of juist verrijken dat is maar net hoe je het zelf wil noemen.
Neem als voorbeeld de penguin rules, deze regels leggen de gebruiker ervan zo veel beperkingen op dat er weinig mogelijkheid over blijft om veel af te wijken van de rest van de boekjes zoals je hiernaast ziet.
Manifesto Festivalo

Door Arthur Boer & Kaspar Dejong

Ons idee is begonnen al ver voordat we te horen kregen over de opdracht om ons eigen manifest te maken. Het idee kwam voort uit de portret schilder les waar wij na een aantal individuele portretten gemaakt te hebben besloten om samen te werken aan een portret. We hebben het portret gemaakt zonder enig doel op een gestolen poster uit het schoolgebouw. Op een zeer uitbundige en expressieve manier, door middel van grove penseel streken, spetters, met blote hand verf aanbrengen en onze passie en fantasie de vrije loop geven zonder elkaar te sturen. Het werk hebben we na afloop opgehangen in de openbare ruimte. Vervolgens op een vrijdag avond in de kroeg onder invloed van het een en ander kwam er een idee opborrelen. We vonden dat de maatschappij en vooral de jeugd zwak is geworden en niet meer protesteert tegen het kwaad. We hadden het over de reclame wereld en de achteruitgang van de commerciële branche en de vele lelijke posters waarmee men dagelijks geconfronteerd wordt.

We besloten het project aan een termijn van een jaar te koppelen waarin we 52 weken lang iedere week protest voeren tegen de commercie in de openbare ruimte die niet ernaar streeft om schoonheid toe te voegen maar puur uit is om geld. Door een anti-beeld te creëren en irritatie op te wekken bij het publiek om zo een bepaalde dienst of product te verkopen.

De regels van het Manifest:
Eigen manifest

1: Het werk hoeft niet esthetisch te zijn, we gaan mee in de verzuring van de reclame wereld als protest.
2: Het werk wordt gemaakt per week met daarin verwerkt het nummer van de week in romeinse cijfers.
3: De oplage van het werk is vrij maar moet minimal 1 stuk zijn per week
4: Het medium waarop het werk wordt gemaakt moet gestolen zijn uit de openbare ruimte en moet van oorsprong reclame zijn.
5:Digitale technologie mag niet worden toegepast men moet direct in contact staan met het werk, het werk voelen en ruiken.
6: het werk moet noch zinvol noch nuttig zijn.
7: het werk moet alles aan de verbeelding overlaten
8: Het idee mag niet op voorbedachte rade bedacht of uitgevoerd worden maar moet in een moment van opwelling worden gemaakt, eenmaal era an begonnen moet het ook afgemaakt worden en kan je niet stopppen.
9: Het werk moet en mag niks met de commercie te maken hebben.
10: Het mag niet door een individu worden gemaakt maar moet een samenwerking zijn van twee personen. Uiteindelijk willen we een groepering vormen. Together we are strong.






Manifesto
RIP COMMERCE
Manifest van Sol Lewitt

1: De kunstenaar is geinteresseerrd in het concept van het werk. Hij neemt het alleen waar wanneer er iets waar te nemen is.
2: Een geslaagd werk verandert de waarneming van de toeschouwer(en van de kunstenaar).
3: Wanneer de perceptie van een kunstenaar is veranderd, maakt deze nieuwe concepten mogelijk en roept deze op.
4: Als een kunstenaar zijn werk verandert terwijl hij ermee bezig is, brengt hij de uitvoering van het concept in gevaar.
5: Iemands rationele oordelen kunnen nergens toe leiden. Ze herhalen alleen resultaten uit het verleden.
6: Om zich open te stellen voor nieuwe ervaringen moet men openstaan om een onlogische keuze te maken en deze tot het eindresultaat ervan volgen.
7: De waarde van het conceptuele kunstwerk ligt in zijn onvoorspelbaarheid.
8: Het hele proces moet blind gevolgd worden. Het resultaat is het resultaat van het vooraf geplande proces.
9: Beslissingen zullen tot een minimum worden beperkt en moeten worden opgelost in termen van de aanvankelijke vooronderstelling.
10: Het doel van het concept geeft de kunstenaar volledige vrijheid.
11: geen vorm is van zichzelf superieur of inferieur
Een groep Deense regisseurs, waaronder Thomas Vinterberg en Lars von Trier, sprak in 1995 af waaraan een film moet voldoen. Daarmee wilden ze een stroming vormen die tegenwicht zou kunnen bieden tegen de Hollywood-formulefilms die de wereld overspoelen. De filmer is ondergeschikt aan zijn film. Het ultieme doel: de waarheid aan spelers en locatie onttrekken.

De eed van zuiverheid[bewerken]

"Ik zweer mij te onderwerpen aan de volgende regels, opgesteld en bevestigd door Dogma 95:
Opnames dienen op locatie plaats te vinden. Rekwisieten en decors mogen niet worden toegevoegd (als een bepaald rekwisiet noodzakelijk is voor het verhaal, moet een locatie worden gekozen waar dit rekwisiet aanwezig is).
Geluid dient nooit los van de beelden te worden gemaakt, of andersom. (Muziek mag niet worden gebruikt, tenzij aanwezig waar de scène wordt gefilmd.)
De camera dient in de hand te worden gehouden. Elke beweging of fixatie die uit de hand kan worden bereikt is toegestaan. (De film dient niet plaats te vinden waar de camera staat, schieten dient plaats te vinden waar de film plaatsvindt.)
De film dient in kleur te zijn. Speciale belichting is niet toegestaan. (Als er te weinig licht is, moet de scène worden afgebroken of dient een enkele lamp aan de camera te worden bevestigd.)
Optische effecten en filters zijn verboden.
De film mag geen oppervlakkige actie bevatten. (Moorden, wapens etc. dienen niet voor te komen.)
Vervreemding in tijd en plaats is verboden. (Dat wil zeggen dat de film plaatsvindt in het hier en nu.)
Genrefilms zijn niet toegestaan.
Het filmformaat is Academy 35 mm.
De filmregisseur wordt niet genoemd op de aftiteling.
Verder zweer ik als regisseur af te zien van persoonlijke smaak! Ik ben niet langer een kunstenaar. Ik zweer af te zien van het creëren van een 'werk', omdat ik het moment belangrijker vind dan het geheel. Mijn uiteindelijke doel is om de waarheid uit mijn karakters en omstandigheden te verdrijven. Ik zweer dat te doen met behulp van alle beschikbare middelen en ten koste van elke vorm van goede smaak en elke esthetische overweging.
Zo zweer ik mijn EED VAN ZUIVERHEID.
Dogma 95
Festen (Regie Thomas Vinterberg):

Een groot familiefeest op het Deense platteland. Helge Klingenfeldt wordt zestig en alle kinderen, kleinkinderen en vrienden zijn er. In een sfeer van herinneringen, humor, ruzies en drank lopen de spanningen op. Langzaam wordt duidelijk dat dochter Linda, de tweelingzus van Christian, niet lang geleden zelfmoord heeft gepleegd. Bij het diner zorgt een onverwachte onthulling ervoor dat het feest verandert in een drama.

(toneelversie van de film)
Dancer in the Dark (Regie Lars von Trier):

De Tsjechische immigrante Selma is een alleenstaande moeder, die werkt in een staalfabriek in een Amerikaans plattelandstadje. Samen met haar vriendin Kathy (Catherine Deneuve) droomt ze van glamour en geluk en weet ze haar eentonige bestaan te doorbreken dankzij een rijke fantasie en haar passie voor musicals. Selma lijdt aan een ongeneselijke oogziekte en verliest langzaam haar gezichtsvermogen. Haar zoontje Gene is hetzelfde lot beschoren. Daarom werkt ze dag en nacht om voldoende geld te sparen om hem tijdig te kunnen laten opereren. Met Dancer In The Dark laat von Trier ons letterlijk voelen dat musicals helemaal niet vrolijk hoeven te zijn.
Braking the waves (Regie Lars von Trier):

Bess McNeil, een nogal simpel, diepgelovig meisje dat leeft in een afgesloten zwarte-kousengemeente aan de onherbergzame Schotse kust, trouwt met de vreemdeling Jan. Jan werkt op een booreiland, vandaar dat hij Bess na enige tijd weer alleen moet laten. Zij is radeloos zonder haar man en vraagt God - ze placht tweegesprekken met Hem te voeren in een soort rollenspel: met hoog stemmetje vragend, met barse zware stem antwoordend - hem terug te laten keren. 'Weet je zeker dat je dat wilt?' vraagt Bess streng als God. 'Ja', antwoordt Bess timide als zichzelf. En inderdaad, Jan komt terug, alleen is hij verlamd na een ongeluk op het booreiland. Hoe nu verder? Bess vindt namelijk ook nog, dat zij schuldig is.
Kalligrafie experimenten
Hipertipo is a one-man company founded by Brazilian designer Gustavo Ferreira in 2009 in Amsterdam, The Netherlands.

It is the consolidation of 10 years of design practice and research, and a platform for the next decade(s) of work.

Hipertipo seeks to explore new ideas around the notion of “hypertype” – the intersection between typography and hypertext/hypermedia.

Hipertipo’s work spans across several categories and disciplines:

design of new typefaces and production of fonts
information architecture, interface design
screen typography
programming of simple tools in Python and JavaScript
graphic and typographic design for analog media
information design and visual identity systems
the integration of all of the above
Hipertipo
everyone has a clown in the inside
De gestructureerde lijnen vormen samen de schedel. Het skelet en de basis van de mens. We groeien op in een wereld vol structuren en indelingen. Dit om onrust te voorkomen maar het tegendeel gebeurt. Deze structuren veroorzaken haast, angst en te veel druk op een schematisch gevormd leven. De innerlijke clown komt naar boven. Men wilt bevrijd worden van kooi met tralies en dingen doen die niet altijd even normaal zijn. Zoals een clown.
Handige app die je helpt bij het plakken van je band
tijd is gevaarlijk

tijd bestaat niet

tijd is gecreeerd door mensen

de mens geeft betekenis aan tijd

vrije tijd

tussentijd

tijdelijk

de juiste tijd

andere tijd

geen tijd te verliezen

tijd is stress

tijd is angst

tijd is genieten

tijd is een vorm voor gereedschap voor de mens om controle te hebben over iets wat niet tastbaar is

tijd te kort

tijd terugdraaien

tijd is de vierde dimensie

tijd is onrealistisch

tijd is plezier

tijd is gezelligheid

tijd is liefde

tijd is sex

tijd is de illusie van de maatschappelijke aanvaardbare stuctuur

tijdzones

tijd is het verleden, heden en toekomst

tijs is niet alleen wat wij er van hebben gemaakt

tijd is er altijd

natuurlijke tijd

kunstmatige tijd

tijd is assymetrisch
Regels Groepsposter
Manifesto of the Line


zwarte lijn begint, die bepaald de twee punten.

de blauwe lijn volgt de zwarte lijn circa vier centimeter er van af.

hierna komt de groene lijn die de twee punten organisch verbindt.

de witte lijn neemt de vorm aan van een foto die genomen is tijdens ons research.

de rode lijn kadert de witte lijn in.

ten slotte sluit de gele lijn het af, door drie keer de rode lijn de doorkruisen, in pacman stijl.
Regen op warm asfalt

De dag was mooi, bergen beklommen, stenen in het water gegooid en gekeken hoe de rimpels in het water langzaam weg ebben met de tijd, de zorgeloze tijd, de tijd van eenvoud van de dagen. De zon overgoten dagen.

De avond valt en de warme dag wordt bedekt met een laagje wolken. De wolken zijn niet agressief maar zomers en vredig. De regendruppels die voort komen uit deze wolken vallen al dansend naar beneden en smelten samen op het warme asfalt.

De geur is heerlijk. Een beetje vies maar daardoor nog extra lekker. Het is de geur die past bij het gevoel van tevredenheid. Tevredenheid over een prachtige dag.
Geur
oefening
Poster Kalligrafie
Paul Mijksenaar boek 'De vorm zal u toegeworpen worden' gaat over de verschillende manieren waarop je informatie kan vormgeven. Paul Mijksenaar geeft commentaar op de vormgeving van instructies en vindt dat we hier nog veel te leren hebben. Veel ontwerpers houden zich niet bezig met de informele kan van het ontwerp en wat het moet vertellen, hoe leesbaar het is en hoe duidelijk het vertaald kan worden naar de realiteit, de meeste ontwerpers richten zich teveel op het esthetische.

De conclusie is dat tekst met beeld gecombineerd moet worden. Beeld versterkt, maakt duidelijk en trekt aan.
Volgens Paul zijn er een paar ontwerpers die een sterk samenhangend geheel kunnen maken van beeld en tekst. Informatie vormgeven gaat echt om duidelijkheid niet om originaliteit of materiaal keuze. Hier blijven veel vormgevers hangen.
CLOCK
'TIMELESS'
Tijd is een illusie, gecreëerde door mensen met de angst om voor verrassingen te komen te staan. Dit maakt het leven minder spannend en de kans is groot dat deze tijd zorgt voor het gevoel van haast en een angst creëert om uit een patroon te stappen.
Mensen moeten minder leven volgens tijd en de vrees voor de verderfelijkheid. Kijk niet altijd op die klok maar doe dingen die het leven echt de moeite waard maken. Ga op avontuur. Timeless is een klok die mensen wil inspireren en wil af laten kicken van het als maar op de klok kijken. Je kunt nog spieken door te klikken maar uiteindelijk moet het gedaan zijn met de najaging en sta je open voor het leven.